Theorie en praktijk samengebracht voor innovatie in aquacultuur

Via onderzoek en individuele begeleiding ondersteunen de projectpartners van Aquavlan2 de ontwikkeling van de Vlaamse en Nederlandse aquacultuursector. In een klankbordgroep bespreken ondernemers en onderzoekers uit de aquacultuursector de recente ontwikkelingen in het project. Op vrijdag 22 maart kwamen ze opnieuw samen. Zes onderwerpen vulden het programma, van duurzaam visvoer tot grondsmaakpreventie. De namiddag stond in het teken van aquaponics, waarbij viskwekers en groentetelers via technieken het waardevolle restwater uit elkaars productie hergebruiken.
 

De klankbordgroepbijeenkomst in Kruishoutem kon op veel bijval rekenen. Een brede doelgroep van zeventig viskwekers, onderzoekers aan universiteiten en praktijkcentra, projectontwikkelaars, overheidsmedewerkers en starters in de aquacultuursector uit Vlaanderen en Nederland toonde interesse in de resultaten van het project. Tijdens de lunch was er mogelijkheid om te netwerken en ideeën op te pikken uit demonstraties van onderzoeksresultaten. Een tiental glastuinbouwers sloten in de namiddag aan voor een leerrijk bezoek aan het indrukwekkende aquaponicssysteem van Aqua4C en Tomato Masters.  

 
Laatste rechte lijn naar nuttige onderzoeksresultaten
In Aquavlan2 zoeken de projectpartners naar antwoorden op vragen van Vlaamse en Nederlandse viskwekers. Het project zit intussen in een laatste rechte lijn naar de eindmeet. De onderzoekers ronden hun onderzoek af en delen hun resultaten met de aquacultuursector. De laatste onderzoeken leveren concrete inzichten op omtrent onder meer duurzaam visvoer, voer voor schelpdieren en grondsmaakpreventie.
 
 
 
Duurzaam visvoer. Forelkwekers willen het vismeel in het forelvoer vervangen door een duurzaam alternatief. Daarom bekijken Empro Europe NV en Odisee Hogeschool de mogelijkheden van grondstoffen op basis van keratine. Proeven tonen aan dat er geen negatieve impact is op de groei van de forel als de helft van het vismeel in het voer vervangen wordt. Vanaf 75 % vervanging treedt een lichte daling op in de overleving en de voerefficiëntie.
 
Voer voor schelpdieren: biovlokken en microalgen. De combinatie van algen en biovlokken zou een goede voedingsbron zijn voor schelpdieren. UGent, ILVO en HZ onderzoeken de technische en economische haalbaarheid en de voedselveiligheid ervan. 
 
De biovloktechnologie is een nieuwe techniek waarbij afvalwater van een aquacultuursysteem omgezet wordt in biologische massa in de vorm van vlokken. Die vlokken bestaan uit bacteriën, algen en zoöplankton. Ze bevatten veel proteïnen en zijn dus een voedingsbron voor vissen, schelpdieren of garnalen. De universiteit voerde een voedingstest uit om te bepalen welk type biovlokken het best past voor elke diersoort. Daaruit blijkt dat de grootte van het voer van belang is bij schelpdieren: de vlokken moeten zo klein mogelijk zijn. UGent stelde een protocol op om de vlokgrootte te beïnvloeden.
 
Het natuurlijke voer voor veel schelpdiersoorten zijn microalgen. Met de juiste eigenschappen kunnen microalgen de potentiële waarde van schelpdieren zelfs verhogen. Zo heeft het vetzurenprofiel van de algen een effect op de geur en smaak van schelpdieren. De kweek van microalgen is erg duur. Daarom zoekt HZ University of Applied Sciences samen met UGent naar alternatieven. In een onderzoek naar de ontwikkeling van artificieel voer zijn de onderzoekers erin geslaagd om  geur- en smaakmoleculen in de voerdeeltjes te krijgen. De verteerbaarheid van de deeltjes blijkt lastiger te zijn. Momenteel lopen testen met nieuw voer.
 
Grondsmaakpreventie via ozon in micro- en nanobelletjes. In een viskweeksysteem maken bacteriën, waaronder actinomyceten, chemische stoffen aan. Die stoffen zijn niet giftig, maar kunnen de vis wel een grondsmaak geven. De consument wil een smaakvolle vis. Daarom investeert een viskweker heel wat om die chemische stoffen uit het aquacultuursysteem te verwijderen, bijvoorbeeld door ozon via lucht- of zuurstofgasbellen aan het kweekwater toe te dienen. De ozonmoleculen mogen niet tot aan de vis komen. Daarom zal een kweker niet alle water met ozon behandelen, of de ozoninstallatie ver van het kweekbassin plaatsen. Om dat proces beter en goedkoper te maken, deed het Vlaams Instituut voor Landbouw, Visserij en Voedingsonderzoek (ILVO) een test met micro- en nanobelletjes. Door ozon toe te dienen via kleine gasbelletjes blijft het gas veel langer in het water en hebben de ozonmoleculen meer kans om in het water op te lossen en chemische stoffen sneller af te breken.
 
Aquaponics: van theorie naar praktijk
In Aquavlan2 wordt ook het potentieel van ‘aquaponics’ onderzocht om kringlopen in de zoetwateraquacultuur te sluiten. Daarom stond de namiddag van de klankbordgroepbijeenkomst in maart in het teken van aquaponics, waarbij viskwekers en groentetelers via technieken het waardevolle restwater uit elkaars productie hergebruiken.  
 
Een grote uitdaging in die combinatie is de impact van het natriumgehalte van het viswater op de vruchtgroenten. Naargelang de vissoort en kweektechniek kan het natriumgehalte in het restwater van de viskweek variëren. Inagro en PCG gingen na hoe vruchtgroenten omgaan met de opbouw van het natriumgehalte in een hydroteeltsysteem met hergebruik van het drainwater. Inagro kweekt snoekbaars. PCG werkt met Omegabaars, een vissoort die vegetarisch gevoed kan worden, waardoor het restwater arm is aan natrium. Inagro en PCG zagen geen verschil in de opbrengst en de smaak van de tomaten. Bij Inagro waren de vruchten zelfs kwalitatiever want er was minder neusrot. In proeven bij PCG trad evenveel neusrot op als bij een proef in standaard hydroponicssysteem. Er lopen nog proeven met komkommer en binnenkort bekijkt PCG ook de mogelijkheid om viskweek en paprikateelt te koppelen.
 
Om de theorie aan de praktijk te koppelen, brachten de klankbordgroep en geïnteresseerde glastuinbouwers een bezoek aan de grootste aquaponics-opstelling van Europa. Viskwekerij Aqua4C kweekt Omegabaars met warmte, elektriciteit en regenwater van Tomato Masters. Na het gebruik kan het nutriëntenrijke water terug naar de teler. Het water heeft een hoge concentratie stikstof, fosfor en kalium. Dat is ideaal om tomaten te kweken.
 
Onderzoekers en bedrijven aan de slag met laatste vouchers
Eind februari kwam het vouchercomité van Aquavlan2 voor een laatste keer samen. Vier vouchers zijn goedgekeurd. De Vlaamse bedrijven Trevi, Lambers-Seghers en Smart Farmers krijgen samen met de Nederlandse bedrijven Yara Sluiskil, Kordator, Alltech Coppens en Fry Marine ondersteuning bij de uitvoering van hun voucher. 
 
Het vouchercomité heeft in totaal vijftien vouchers toegekend aan negentien bedrijven. Drie vouchers zijn ondertussen afgerond. Uit de resultaten van een eerste onderzoek blijkt dat insecten en eendenkroos potentieel hebben in een aquaponicssysteem. Een tweede onderzoek toont aan dat er minder sterfte is bij mariene vislarven dankzij de optimalisatie van rotiferenkweek. En binnen een derde voucheronderzoek werd de teelt van microalgen rendabeler gemaakt via ledlampen en een nieuwe nutriëntenoplossing.
 
 
Het Aquavlan2-project is een project binnen het Interreg V-programma Vlaanderen-Nederland, het grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.